zondag 13 maart 2011

Brussel-Asse: De taxi als biechtstoel

Danny is 84. Hij rijdt graag met de trein, maar nog liever per koets - een schoen voiture. Met meer dan 50 jaar ervaring als taxichauffeur in Brussel heeft hij zowel de stad als haar bewoners enorm zien veranderen. 'Mensen eten vandaag precies agressiviteit als ontbijt in plaats van bokes.'

'In al die jaren heb ik maar twee keer ambras gehad met klanten. Een vent die niet wou betalen, probeerde met zijn vuist op mij meppen. Ik heb hem uiteindelijk uit de voiture gekregen. Nu zijn er veel meer accidenten; de chauffeurs rijden planché en stoempen elkaar in het decor. Ik reed altijd en douceur en de klanten appreciëren dat.'

'Als taxichauffeur moest ge de stad door en door kennen. Vroeg ge mij een straat; ik bracht er u direct naartoe. Ik werkte twaalf uur per dag - liefst 's nachts, want dan was de verdiening beter. Als meneer thuis moet zijn om madam content te houden, betaalt hij al eens wat extra. Drinkgeld was de basis van ons salaris. Klant was koning, da's een ook kwestie van gentilesse. Gelijk als in veel beroepen moest ge veel mensenkennis hebben en discreet zijn. Als ge gestationeerd staat aan een hotel de passe moet ge niet onthouden wie er buiten komt. Sommige klanten houden het bij goeiendag en merci. Anderen worden kameraden of gebruikten mij als soit disant chauffeur privé voor ene journée. Voor sommigen is de taxi een biechtstoel en das plezant.'

'De schoonste wijken in Brussel vind ik Elsene en Oudergem. Propere straten, schone huizen. Het centrum is veel veranderd. Nu moet ìk vragen: "Waar is de Grand Place?" Alle die nieuwe batimenten en straten maken de stad minder mooi. Ze kijken te veel naar New York en al die bazaar: zo'n stad vol kubussen, bweirk, das toch ni schoen?'

Als we afscheid nemen, vraagt Danny 'een autographe'. 'Voor als gij een bekende journaliste zijt he masken.' Er is nog hoop. 

donderdag 24 februari 2011

Brussel-Asse, maandag 21 februari

'Ik wil weg uit België', 'ik wil de wereld zien', 'ik wil later een wereldreis maken': als puber hadden we grootste plannen. Als student beleefden we een onvergetelijke Erasmuservaring. Maar als puntje bij paaltje komt, vind ik zelfs geen vriendin om samen in Brussel te gaan wonen. Waarom raken de jongeren uit de Vlaamse Rand niet weg onder de kerktoren? Geen betere plek voor deze vraag dan de pendeltrein vanuit Brussel. Geen beter persoon dan een jonge, gemotiveerde leerkracht.

"Ik ben van Asse en ik hou van het centrum van Asse. Als je buiten het centrum gaat wonen, moet je al direct de auto nemen. Dilbeek zou ik bijvoorbeeld nooit overwegen wegens onbekend. En zelfs als we een droomhuis in Mollem zouden vinden, zou dat zeker en vast een groot dilemma vormen, al is het nog zo'n gezellig dorp."

Brussel is haar nochtans allesbehalve vreemd: "mijn vriendinnen uit de lagere school gingen allemaal rechtstreeks naar de middelbare school in Asse. Ik stapte elke dag de trein op naar Maria Boodschap in hartje Brussel - een geweldige, vrijgevochten school. Alles kon, alles mocht. Ik leerde de stad kennen en werd er verliefd op. Daarna volgde ik de opleiding lager onderwijs aan de EHSAL aan het Vossenplein, een moeilijke buurt die veel minder leeft."

"Mijn enthousiasme voor Brussel vertaalde zich in een job als leerkracht in het 3e leerjaar in Laken. Het was een echte migrantenschool. Ze hadden nood aan veel geld en accepteerden kinderen die overal waren geweigerd om hun inschrijvingsaantal te verhogen. In plaats van een stelselmatige aanpassing werd de school opeens geconfronteerd met allerlei cultuurverschillen waar directie noch leerkrachten klaar voor waren. De opvoeding stond primair, het onderwijs was beneden alle niveau. Na een paar maanden heb ik mijn ontslag ingediend. Het werd me te veel. Nu werk ik bij gedragsgestoorden en doe ik mijn werk ontzettend graag. Je kent de beperkingen van die kinderen en hebt andere verwachtingen. Ook het contact met de ouders is erg verschillend: zij hebben vaak al een hele lijdensweg afgelegd en zijn blij dat hun kinderen eindelijk goed geholpen worden."

"Op zich had ik graag een paar jaar in Brussel gewoond. Ik vind het nog altijd heerlijk om de mooie winkels op te zoeken en er een gezellig terrasje te doen. Maar mijn vriend is meer honkvast en zou nooit overwegen hier weg te gaan. We hebben allebei een sterke band met ons dorp en hoeven elkaar op dat punt niet tot beslissingen te dwingen waar we later spijt van zouden hebben. Die gedrevenheid om per se in het buitenland te gaan wonen, ken ik niet. Wel heb ik een sterke passie voor Afrika. Ik ga er graag op reis maar kom minstens even graag terug thuis. Binnen 30 jaar zie ik me met mijn vriend en kindjes in een mooi huis te wonen in Asse. En nee, ik ga me dat later niet beklagen. Ik ben gelukkig met mijn leven hier."

zondag 30 januari 2011

Brussel-Asse, maandag 24 januari

Er stapt een klasje kleuters op de trein. Cute, cuter, cutest. Het getik van mijn biologische klok overstemt bijna hun gekakel. De dame tegenover me kijkt gelukkig met even veel plezier naar de onoverzichtelijke bende van rugzakken, mutsen en kleine handjes die naar een koekje graaien. Logisch, zo blijkt algauw, want ze is directrice van een kleuter- en lagere school. Een Nederlandstalige school in Brussel bovendien, wat niet altijd evident is.

"Op vlak van taal is het vooral belangrijk consequent te zijn. Er mag op de speelplaats, net zoals in de klas, uitsluitend Nederlands worden gepraat. In de praktijk is dat soms moeilijk. Als iemand een vriendje heeft in de Franstalige afdeling van de school, bijvoorbeeld van op de sportschool, gaan zij toch overschakelen naar het Frans. Vooral kleuters begrijpen dat verschil moeilijk. Wij zeggen altijd: 'Op school praten we de taal van de juf.' Op die manier leren ze het verschil tussen de thuistaal en de schooltaal. Alle ouders worden ook in het Nederlands aangesproken. We hebben bovendien het recht aan de ouders te vragen om een tolk mee te brengen. In de praktijk benadrukken we het belang van het Nederlands maar als het over meer gevoelige onderwerpen gaat, bijvoorbeeld een leerprobleem van het kind, schakelen we soms over in het Frans om ervoor te zorgen dat men alles begrijpt."

"De verhouding Nederlandstalige/Franstalige kinderen is erg belangrijk. Voor een ideale integratie, vind ik dat een school 70% Vlaamse leerlingen moet hebben. Dan wordt iedereen meegetrokken met de Vlaamse taal en cultuur. Dat is in Brussel natuurlijk niet altijd mogelijk. Het Brussels Lokaal Overlegplatform heeft wel recent het aandeel Vlamingen dat voorrang krijgt in het Nederlandstalig onderwijs opgetrokken tot 55%. Zo kunnen we voorrang geven aan Vlaamse kinderen. Maar ze is ook dubbel. We hebben het voordeel dat we in Brussel een heel goede ondersteuning krijgen, zowel qua materiaal als qua pedagogische begeleiding. Een aantal subsidies houden verband met de Gelijke Onderwijskansen - criteria. Dat betekent concreet: als er opeens meer Vlaamse kinderen inschrijven, dalen de subsidies en de lestijden, waardoor er soms leerkrachten opzij gezet moeten worden. Niet elke directie is dus even blij als een groep Vlaamse ouders collectief beslist hun kinderen naar een zogenaamde 'concentratieschool' in de buurt te sturen."

Nochtans vormt goed basisonderwijs de basis voor een goede integratie en een mogelijke oplossing voor een aantal uitdagingen van Brussel. Non scholae sed vitae. 

woensdag 26 januari 2011

Zaventem - Brussel, maandag 24 januari

De rit tussen de luchthaven en Noord leverde me niet alleen een boete van 65 euro op wegens een vervallen GoPass maar ook de sympathie van een ietwat oudere heer van Marokkaanse origine. Zijn traject: Marrakech - Molenbeek.

"Op mijn 14e hadden mijn ouders beslist om naar België te komen. Ze hadden er familie die zei dat er ook voor hen genoeg werk was. Als afscheid mocht ik van mijn toenmalig vriendinnetje aan haar borstjes voelen. Je begrijpt wel dat ik toen helemaal niet meer weg wou."

"Toen we aankwamen in België sneeuwde het. Ik vond het allemaal maar niets: de kou, de ongezelligheid. We spraken wel al Frans maar toch was het moeilijk om vrienden te maken. In Marrakech had je hele hechte vriendschappen: jongens die in dezelfde wijk woonden en naar dezelfde school gingen en die soms ook verwant waren. In België was alles zo oppervlakkig: de ene dag speelde je met iemand, de volgende dag liet hij je vallen. Maar dat leer je en je past je aan.

"Binnenkort ga ik op pensioen. Veel leeftijdsgenoten die in België succesvol zijn geweest, verkopen hier hun huis en gaan terug naar Marokko om te investeren. Als ze het goed aanpakken, kunnen ze rustig van hun pensioen genieten in een zonnige villa, met ménagère en al. Maar ik ben altijd al een levensgenieter geweest, geld kon me nooit zo veel schelen. Ik hou ook wel van het gekke België zoals de Vlamingen die kost wat kost Nederlands willen spreken in Brussel - je connais quelques mots. Bovendien noemen ze Molenbeek-Saint-Jean toch altijd Klein-Marokko? Il manque juste le soleil."

woensdag 19 januari 2011

Kottbusser Tor - Uhlandstrasse, woensdag 19 januari

Berlijn is geen mooie stad. Het is een boeiende stad. De spanning tussen een onbekommerd heden en een beklemmend verleden is haast voelbaar. De geschiedenis verhindert evenwel haar zorgeloosheid niet; het bekende 'arm aber sexy' klopt volledig, voor de culturele scène in Kreuzberg nog het meest van allemaal. We komen er in de U-Bahn een kennis van mijn vader tegen: Freek Wambacq, beeldend kunstenaar uit Brussel.

"Er zijn zo veel beginnende artiesten in Berlijn dat het moeilijk is je te onderscheiden. Het afgelopen jaar kreeg ik een beurs van de Vlaamse overheid: een goede gelegenheid om me op nieuw werk te concentreren. Daarna is het opnieuw zoeken naar tentoonstellingsgelegenheden en subsidies om rond te komen. De eerste stap is een vaste samenwerking met een galerie om je werk te verspreiden. Hoewel dat gemakkelijker gaat in België, en ondanks mijn 'restaurant-Duits', wil ik het toch even in Berlijn proberen. De stad is verslavend."

"Ik wil met mijn werk in de eerste plaats uitdagen. Er zitten heel wat verwijzingen in naar moderne kunst maar de bijkomende pretentie wordt met de nodige ironie weggevaagd. Wat mij nu vooral bezighoudt, is de grens tussen het amateurisme en het professionalisme in de kunsten. Wanneer word je kunstenaar? In mijn galerie heb ik bijvoorbeeld een hele muur beklad met graffiti aan de hand van de 'pis-techniek': ik heb de brandblusser vol met verf op de muur gericht, en spuiten maar. Dat ding was leeg na 15 seconden. Het resultaat is indrukwekkend, maar het wekt vooral opnieuw de vraag op naar de definitie van kunst en de voorwaarden van haar ontstaan."


De tentoonstelling van Freek Wambacq "Übst du noch, oder spielst du schon" is nog tot 6 februari te zien in het Künstlerhaus Bethanien in Berlijn. Vanaf 24 februari stelt hij tentoon in Museum M, Leuven. Ook van zijn hand is de uitspraak: "Jeder Tag ist ein Schnitzeltag." Elke dag is hetzelfde, maar elke dag is ook deel van een groter geheel. (Dichten in het Duits voor beginners.)


Freek Wambacq, Installation view

maandag 10 januari 2011

Brussel-Londen, vrijdag 7 januari

Ik beken: ik schooi kranten. Aangezien ik resoluut weiger meer te spenderen aan mijn journalistieke honger dan de huidige twee abonnementen, zie ik me genoodzaakt mijn leeslust bot te vieren op kranten en tijdschriften van medereizigers, medestudenten en Carestelklanten. De kleur roze is daarin cruciaal - 11 april word ik immers voor de leeuwen geworpen op de (overigens bijzonder mooie) redactie van de De Tijd. De Eurostar bood een unicum: een jongeman, jonger dan 30 (!), met bovenstaande roze krant tussen de arm. Dubbel score: blogonderwerp en gratis krant!

"De Tijd is ideaal om een grondige kennis van de beurs op te bouwen. Mijn vader werkt in de sector en speelt al lang op de beurs, soms met winst, soms met verlies. In volle crisis heb ik er me na lang twijfelen ook aan gewaagd: de aandelen van KBC stonden historisch laag op 5 euro. Fortis was net verkocht aan het Franse BNP Paribas en naar mijn mening kon de Belgische staat het zich niet permitteren om alle grote banken te verkopen - dat maakt een land financieel kwetsbaar. Ik heb toen het risico genomen en voor 3.000 euro aandelen gekocht van KBC."

"Zes maanden later stonden die aandelen aan 40 euro. Financiële analisten, onder andere in De Tijd, voorspelden een nieuwe daling. Toen heb ik alles verkocht: twee dagen later stond er 24.000 euro op mijn rekening en ... heb ik mijn vrienden getrakteerd op een vat! Sindsdien heb ik niet meer op de beurs gespeeld: ik wacht een goede gelegenheid af en was ook veel met mijn studies bezig."

Die studies zijn overigens Rechten aan het prestigieuze King's College in Londen. Meneer wil partner worden bij een advocatenbureau economisch recht à la Freshfields. Of: hoe sommigen sneller een huis kunnen kopen dan anderen.

dinsdag 4 januari 2011

Brussel-Leuven, maandag 3 januari

Maandag gaf De Standaard aanleiding tot een hevige discussie over allochtonen, Thatcher en de Chinese economie. Persoon in kwestie is een ex-student politieke wetenschappen, geboren en getogen liberaal.

"Politiek maakt me vaak boos. Het migratiedebat is een prachtig voorbeeld van de betutteling van de overheid, iets wat ik links sterk verwijt. Om het volle potentieel uit mensen te halen, is het zinloos om hen financieel te bepamperen. Natuurlijk is in eerste instantie materiële steun nodig - mensen horen niet in het Noordstation te overnachten. Maar veel belangrijker is om ze daarna verantwoordelijkheidszin te geven. Mensen die het moeilijk hebben, moeten gelijke opportuniteiten krijgen om uit de problemen te geraken, niet absoluut gelijke financiële en materiële middelen. Dat neemt immers de verantwoordelijkheidszin en het strijdmotief weg. Links bedoelt het allemaal goed, maar het dit systeem is inefficiënt. Ze houden de mensen arm. Dat leidt tot frustraties bij anderen: waarom zouden wij werken om het huis van een ander te blijven betalen?"

"Wist je dat de federale overheid, na de overheveling van geld aan deelstaten, 20% van haar budget besteedt aan interestlasten? Dat is toch absurd! Toch weigert men drastisch te bezuinigen. In Wallonië is dat een vicieuze cirkel: de PS blijft steun vinden doordat ze zo veel mensen geld geeft - middelen afkomstig uit Brussel en Vlaanderen. Logisch dat ze de hervormingen van N-VA willen afblokken: hun superefficiënt partijsysteem zou imploderen. Natuurlijk hoop ik dat België blijft bestaan, maar echt niet op deze manier. Hervormingen zijn noodzakelijk en daarin bewonder ik de N-VA. Ze hebben niet alleen de huidige problemen blootgelegd maar bieden ook centrum-rechtse oplossingen en willen niet geen te harde prijs betalen voor een slap status-quo."

"Denk even aan de lange termijn. Een non-beleid is veel erger dan lange regeringsonderhandelingen: zelfs in een geglobaliseerde wereld is een goed economisch beleid cruciaal. Tsjechië en Slovakije vormen het ideale voorbeeld. Slovakije voert een links beleid van verdeling en laat weinig ruimte voor investeringen. Hun economie slabakt. Tsjechië daarentegen voert een liberaler beleid waardoor de welvaart in heel het land stijgt - trickle down, zoals ook in China de middenklasse zal bloeien op de lange termijn omwille van de economische groei. Maar in België maken ze ondernemers kapot. Hoe kan je dan niet in het zwart werken? Ik pleit voor een verlaging van de loonkost en (pas dan) een strengere aanpak tegen fiscale fraude en zwartwerk. Grondige hervormingen voor het behoud van onze welvaart."