donderdag 21 oktober 2010

1. Brussel-Asse, zondag 17 oktober

Het blijkt niet zo makkelijk random mensen aan te spreken op de trein; des te meer omdat mijn verlegenheid het vaak wint van mijn nieuwsgierigheid. Zondagavond 17 oktober, wanneer de mensen zich naar hun bestemming haasten voor de grote NMBS-staking, durfde ik voor het eerst alle gêne van me af zetten. De knappe jongeman die tegenover me zit, is met een vermoeid gezicht aan het schrijven. Hij lijkt elk woord te wikken en te wegen. Een sprong in het onbekende: ik vraag naar zijn tekst. Zijn verhaal volgt - weliswaar aarzelend.

"Ik werk als opvoeder bij volwassenen met een lichte mentale handicap. Zij leven zelfstandig begeleid in Brussel: ieder heeft zijn studio in het huis maar er zijn altijd opvoeders aanwezig. Het verslag dat ik aan het schrijven ben, gaat over Kelly. Zij is één van onze licht mentaal gehandicapte bewoners en kwam uit een vluchthuis voor vrouwen. Ze was lichamelijk mishandeld door haar stiefvader. Er is ook wel een vermoeden van seksueel misbruik. Kelly doet aan zelfverminking. Bovendien is ze expert in het aantrekken en afstoten van mannen. Ze zoekt affectie bij mannen die zwak in hun schoenen staan en geniet ervan deze te manipuleren: dat  gaat van een sigaret vragen tot geld lenen. Om ze vervolgens opnieuw af te stoten.

Kelly begon een relatie met Davy, een andere bewoner in het huis met een gelijkaardige problematiek. Ze waren superverliefd maar na een tijd werden hun ruzies steeds heviger. De andere bewoners begonnen er last van te krijgen. Maar hoe kun je hen verbieden met iemand om te gaan?

Een week geleden beweerde Kelly dat Davy haar tijdens een ruzie naar de keel gegrepen en geslagen had. Blauwe plekken ondersteunden haar verhaal. Onze teamcoach heeft hem naar een psychiatrisch ziekenhuis gestuurd voor observatie. Dat kwam hard aan bij Kelly - ze miste hem. Ze begon ons om meer aandacht te vragen en was veel ziek. 

Gisteravond wou Kelly opnieuw met mij praten. We hebben twee uur in haar kamer gebabbeld. Ze miste Davy en haar familie. Ze wou niet langer proberen om zelfstandig te zijn. Het ging niet meer, zei ze. Op zo'n moment probeer je zo veel mogelijk in te praten. We zouden samen naar een oplossing zoeken. Ik ging een afspraak regelen met onze teamcoach en haar familie. Tenslotte kwam mijn collega me halen omdat er in de leefruimte nog een aantal zaken geregeld moesten worden. 

Een half uur later was Kelly nog steeds niet beneden. Mijn collega en ik gingen naar boven. Kelly stond in de opening van haar raam, op de 3e verdieping, met opengesneden polsen. 

Ze ligt nu in het ziekenhuis. Daarna? Een psychiatrisch centrum of een ander tehuis - waar ze de gepaste zorg krijgt. Ze wou eigenlijk sowieso niet zelfstandig gaan wonen. De andere bewoners zijn opgelucht dat ze weg is. Er was te veel opschudding. 

Zo'n momenten zijn heftig, natuurlijk. Ik hecht er wel veel belang aan om werk en privé gescheiden te houden. Op dagen als vandaag lukt dat niet altijd, zo'n beelden blijven bij. Maar je wordt er hard van. Als ik even eerlijk mag zijn: ik ga er niet slechter van slapen."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten