maandag 15 november 2010

Asse-Brussel, zondag 14 november 2010

De Vlaamse Rand blijft een communautair heet hangijzer. In mijn thuisbasis laaien de discussies over de verfransing en toenemende migratie hoog op: in Zellik lopen er opeens heel veel schattige negertjes rond, Dilbeek is een gemeente waar (alleen?) Vlamingen thuis zijn, maar de bakkers net zo vaak Frans als Nederlands praten; en in Ternat blijkt mijn nieuwe buurman een Marokkaanse Belg te zijn die uitsluitend Frans praat.

Fijn discussiemateriaal voor een treingesprek met een N-VA politicus uit de Rand:

"Wanneer je met mensen begint te praten over communautaire kwesties, vinden de meesten wel dat BHV gesplitst moet worden. Het gaat dan meestal niet om het technische aspect, eerder om een gevoel: er moet iets veranderen. Dat hangt samen met de toenemende migratie. Dat zijn nu eenmaal gevoelige punten voor veel mensen en soms word je daar op aangesproken. Het gaat in deze materie vooral over de integratie. Veel migranten staan sociaal laag op de ladder en spreken de taal niet. Als hun kinderen hier naar school gaan, vormt dat nieuwe problemen voor ons onderwijs zoals een dalende kwaliteit of concentratiescholen."

"De officiële taalwetgeving gaat eigenlijk alleen over het bestuurlijk niveau. De meeste Franstaligen hebben er niet zo veel problemen mee dat ze in hun contacten met de gemeente Nederlands moeten leren. Het gaat meer om de mentaliteit in het dagelijkse leven: Franstaligen krijgen van hun media, door Franstalige politici, vaak de boodschap dat ze hun niet moeten aanpassen. Die mentaliteit is moeilijk om aan te pakken. Er moet naar mijn mening een duidelijk bestuurlijk signaal komen dat dit eentalig gebied is en blijft. Belangrijk is ook hoe wij daarmee omgaan. De bakker is het clichévoorbeeld: er moet maar een Franstalige binnenstappen en de bakker verandert van taal. Dat gaat soms ver: onlangs wou een Franstalig koppel in het Nederlands bestellen, kost wat kost, in erbarmelijk Frans. Zo doen de mensen ook geen moeite meer. Je zou ook telkens de naam van een brood eerst in het Frans en vervolgens in het Nederlands kunnen zeggen."


Mijn eigen lieftallige moeder stuurde enkele maanden geleden een brief naar Minister Geert Bourgeois, bevoegd voor Inburgering met volgend voorstel: Maak een gigantische campagne rond de regel van drie. Ze omschreef het als volgt: "Je nieuwe buurman settelt zich in je straat en ... spreekt Frans. Is hij vergeten dat hij in Vlaanderen een huis gekocht heeft? Nee, hij gaat wel Nederlands leren, zegt hij. Je spreekt Frans ... en na zes maanden spreken jullie nog Frans. Het alternatief: elke Franstalige wet nu dat er een regel van drie is. Je spreekt de eerste keer Frans, de tweede keer Frans maar de derde keer, sorry, nu schakelen we over op het Nederlands. Voor u ook beter, beste buurman, voor uw kinderen, gezien uw werk! Zo is er geen probleem meer van onbeleefdheid, want je hebt hem in het Frans ontvangen. Zo is er geen individuele verantwoordelijkheid meer want iedereen kent de regel van drie. Zo is er geen concurrentievervalsing meer want iedereen hanteert de regel. Een zachte overgang naar de taal van de eigen streek."

Benieuwd of ze haar regel gaat toepassen bij onze Marokkaanse buurman. Ik heb alvast voorgesteld om eens op zijn dochtertje te babysitten. In het Frans.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten