dinsdag 23 november 2010

Brussel-Leuven, maandag 22 november 2010

De titel van Tony Judts laatste boek Het land is moe. Een verhandeling over onze ontevredenheid klinkt als het werk van de zoveelste cultuurpessimist. Check je context: Judts monumentale geschiedeniswerk Na de oorlog. Een geschiedenis van Europa na 1945 is de betere versie van het ook al indrukwekkende In Europa van Geert Mak. Dergelijke historici kunnen al eens overtuigen om een pleidooi voor de sociaal-democratie te beginnen lezen.

Basisredenering van Het land is moe? Een maatschappij kan niet gelukkig zijn als het grootste deel van haar bevolking amper eten heeft. De privatiseringscultus blijkt uiterst inefficiënt en heeft de dienstverlening niet bevorderd. Er zijn geen lessen geleerd uit de fouten van de 20e eeuw. Maar vooral: sociaal-democraten moeten wijzen op hun verdiensten en hun opnieuw laten kennen. Judt eist een intellectuele revolutie.

Klinkt het allemaal te links en te intellectueel? Begrijpelijk, maar lees dan zelf even de inleiding. Reageren mag op een beschaafde manier.

Deze week kwam ik een meisje tegen dat bovenstaand boek aan het lezen was - aanleiding tot onderstaand verhaal.

"Ik ben lid van Comac Leuven, de linkse jongerenbeweging van de Partij van de Arbeid. Wij proberen vanuit onze marxistische partijvisie te sensibiliseren en kleine veranderingen in de maatschappij teweeg te brengen. We vormen daarvoor vaak een platform met andere bewegingen, zoals de socialistische jongerenbeweging Animo, om onze eisen te versterken. Enerzijds organiseren we vormingen, anderzijds voeren we concrete acties zoals RESPACT, voor de democratisering van het onderwijs. Wist je dat de kosten voor een student bijna even hoog liggen als het Belgisch minimumloon?

Natuurlijk is een revolutie op korte termijn ondenkbaar. Wij leven en werken in de huidige, kapitalistische maatschappij en proberen die aan de hand van concrete, toegankelijke acties stap voor stap te verbeteren. Studenten staan open voor ludieke acties, zoals het kussengevecht in Leuven tussen Vlaamse en Waalse jongeren. Grote woorden of idealen schrikken hen soms af.

Persoonlijk streef ik naar een maatschappij waarin de bescherming van de mensenrechten de hoogste norm is. Waar de maatschappij georganiseerd is in functie van de mens in plaats van de winst. Ik geloof in een socialistische, geplande economie. Dat is niet onrealistisch. Ik heb de crisis vanuit heel veel verschillende hoeken bestudeerd en zelfs meer en meer neoliberale specialisten geven aan dat de tendens van overaccumulatie en overproductie, belangrijke oorzaken voor de crisis, nu eenmaal eigen zijn aan het kapitalistische systeem. Natuurlijk ben ik ook een consument, ga ik graag op vakantie, koop ik graag mooie kleding, maar ik probeer wel om onze maatschappij te veranderen naar een systeem waarin iedereen gelijkwaardig is, dezelfde startkansen heeft. In een ideale communistische maatschappij heeft niet iedereen hetzelfde loon, maar iedereen heeft bij zijn geboorte wel dezelfde kansen om zich te ontplooien. Hoe graag we het ook willen geloven, in het België van vandaag is dat nu eenmaal niet het geval."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten